Bezoek! Dit keer komt de visite niet via de voordeur naar binnen, maar vliegen ze zó de achtertuin in. Vogels zoeken in de herfst en winter graag de mensen op. Met wat simpele tips tover je de achtertuin zo om in een vogelparadijsje.
Inhoud
Tuinvogels: een tuin vol visite
Hoe klein je tuin ook is, het is altijd groot genoeg om vogels te ontvangen. Zelfs op het kleinste balkonnetje kan het een drukte van jewelste zijn. Staartmeesjes die af en aan vliegen, op zoek naar voedsel. Spreeuwen die gezellig met zijn allen fladderen rond de vetbol of koolmezen die elkaar de stuipen op het lijf jagen voor die allerlaatste pinda. Veel tuinvogels zoeken graag de mensen op. In de tuinen vinden ze te eten, kunnen ze schuilen en, als het even mee zit, zelfs broeden. Wil jij dat ook? Volg dan deze tips.
1. Check it out!
Weet jij welke vogels er bij jou in de buurt leven? In een tuin aan de rand van het bos leven andere vogels dan op een balkonnetje in Hartje Amsterdam. Doe de postcodevogelcheck van de Vogelbescherming en ontdek welke vogels er bij jou in de buurt leven. Bosuil? Grote bonte specht? Koolmezen en pimpelmeesjes ? Misschien de huismus? Je ontdekt het door simpelweg je postcode in te voeren. Door de tellingen van onder andere de Tuinvogeltelling weet de Vogelbescherming precies welke vogels waar leven.
2. Aan tafel!
Na een koude nacht worden vogels wakker met een rammelende maag. Om de wintermaanden te overleven moeten ze heel veel eten, terwijl er veel minder voedsel te vinden is. Een piepklein vogeltje als het goudhaantje moet bijvoorbeeld dagelijks zijn eigen lichaamsgewicht aan voedsel bij elkaar zien te sprokkelen. Alle hulp is dus welkom!
Vogels zijn verstandige eters. Ze zijn altijd op zoek naar variatie in hun voedingspatroon. Er is veel dat ze lekker vinden: een vetbol, pindaslinger, vogelpindakaas, zadenmengsels, zonnebloempitten en kleine stukjes fruit gaan er goed in. Geef geen grote hoeveelheden tegelijk. Het voedsel kan bederven, maar je kan er ook ongedierte mee aantrekken.
Met wat reuzel of ossenwit kun je zelf heel eenvoudig vetbollen en vogeltaarten maken. Dit dierlijke vet is van zichzelf al zacht en dus kan je er makkelijk noten, zaden en fruit doorheen kneden. Een uurtje in de koelkast en het vet is hard genoeg om op te hangen.
Hoe gevarieerd een vogel ook eet, niet alles is natuurlijk gezond voor ze. Geef ze daarom geen boter of margarine. Hiervan krijgen ze diarree, bovendien is hun verenkleed niet meer waterdicht als er zachte boter op komt. Gezouten of gebrande pinda’s en gewone pindakaas zijn ook niet goed voor vogels, omdat er te veel zout in zit.
3. Huisje, hegje… beestje!
Er is voor een vogel in de winter geen betere schuilplaats denkbaar dan een struik of heg. Zelfs het meest schuwe vogeltje waagt zich op de voedertafel als deze naast een wintergroene klimop, vuurdoorn of berberis staat. Maar ook een nestkast is in de winter een goede schuilplaats. Sommige vogels schuilen hier zelfs met zijn allen tegelijk in. Zo zijn er weleens veertig winterkoninkjes in één nestkast gevonden!
Hoe een nestkast eruit ziet, maakt voor een vogel eigenlijk weinig uit. Van een paars met groen vogelhuisje is hij echt niet onder de indruk, dus schilder er vooral lustig op los. De opening, dat is waar het om gaat. De grootte van dit gat bepaalt welke vogels naar binnen gaan. Hang de opening van een nestkast altijd richting het noorden of het oosten. Op die manier kan de regen en wind niet binnenkomen. Kijk op mijnvogeltuin voor tips hoe je een nestkast zó kunt ophangen dat de vogels er zeker op af komen.
4. Besje hier, besje daar
Vogels zijn gek op bessen. Ze vinden het niet alleen ontzettend lekker, door het hoge vitaminegehalte is het ook erg goed voor ze. Met een bessenstruik komen de vogels dus zeker op visite. De hulst, dwergmispel, hazelaar en Gelderse Roos hebben bijvoorbeeld bessen in de winter. Met verschillende bessenstruiken naast elkaar creëer je voor de vogels een smulhaag, waar ze het hele jaar door van kunnen genieten.
5. Rommel de bommel
Wat nou tuinonderhoud in de winter? Hoe rommeliger hoe beter voor de vogels. Afgevallen takken en bladeren zijn een fijne plek om te schuilen als er gevaar dreigt. Bovendien krioelen en kruipen er allerlei beestjes op, wat weer een smakelijk hapje tussendoor is. Omdat de meeste mensen niet zitten te wachten op een licht ontspoorde tuin, kun je er ook voor kiezen om een rommelhoekje te maken. Maak het jezelf gemakkelijk en veeg alle bladeren op een hoop in de hoek en laat lekker liggen.
Let er wel op dat te veel rommel in de tuin niet alleen vogels aantrekt, maar ook muizen. En dan komt er weer een ander probleem om de hoek kijken, namelijk dat van muizen bestrijden.
Zo simpel kan het dus zijn. Daarmee doe je niet alleen de vogels een plezier, maar ook jezelf. Het is een feestje om al die vogels in de tuin te zien fladderen. Maar wist je ook dat een groene tuin heel gezond is? Na een fikse regenbui stroomt het water makkelijker weg en heb je geen wateroverlast. Ook is het in groene tuin aangenamer tijdens een warme zomer.
*Foto credits Shutterstock/Jelle deJong
[…] zomer kunnen de dieren prima voor zichzelf zorgen. Als de winter en kou zijn intrede doet kun je de vogels in je tuin een handje helpen door pinda’s op te hangen en vogelvoer te strooien. Mocht je egels in de tuin […]